vrijdag 30 augustus 2013
Citroenvlinder
zondag 25 augustus 2013
Goed geregeld!
Verschrikt sla ik mijn hand voor mijn mond. Nee hé vergeten,
helemaal vergeten. Voor het eerst in al die jaren ben ik mijn medicatie
vergeten mee te nemen op vakantie. En zonder medicatie kan ik niet. Hoe moet
dat nu? Ik heb werkelijk geen zin om drie uur heen en weer te rijden voor
alleen mijn medicatie. De vakantie is al zo kort. Als het moet, moet het. Maar
niet geschoten is altijd mis en dus kijk ik of ik wat anders kan regelen.
In het informatiepakket van het park waar wij verblijven staat
precies wat ik moet doen. De volgende ochtend bel ik met de dokterspost in
Groningen en vertel wat er aan de hand is. Ik blijk eigenlijk de dokterspost in
Drenthe te moeten bellen. Maar als ik haar aangeef dat dit nummer staat vermeld
in de infogids van de het park regelt ze via de dichtstbijzijnde apotheek die
op zaterdag geopend is dat ik mijn medicatie kan ophalen.
En jawel als ik een paar uur later bij de betreffende
apotheek mijn medicatie opvraag staat het netjes voor me klaar en ook nog meer
dan de aangegeven periode van mijn vakantie. Dat komt mooi uit! Aan het einde
van de vakantie besluiten we er een paar dagen aan vast te plakken. En dat kan
nu, want ik heb gelukkig genoeg medicatie! Wat is het in ons land dan toch goed
geregeld. Ik ben er blij mee! Want hoe zou het gegaan zijn als ik in het
buitenland had gezeten?
dinsdag 20 augustus 2013
Hebbes beet!
Een klein
uurtje nadat we zijn gearriveerd, de spullen uit de auto hebben gehaald en een
plekje hebben gegeven, liggen de hengels klaar voor gebruik. Zo vanaf onze
eigen steiger werpen we zo ver mogelijk uit. Eigenlijk blijkt dat niet
nodig, want de vissen zwemmen overal.
Als de
dobbel goed en wel in het water ligt vormen kleine kringetjes het
bewijs van leven onder water. Het blijft niet bij die kringetjes, want al gauw
schiet de dobber met een flinke vaart de diepte in. Hebbes de eerste is binnen
en wat voor een …
Zoonlief die
de vis vangt begint de schreeuwen: ‘Mama, mama, kom help me, ik hou hem niet,
ik hou hem niet.’ Ik schiet te hulp. De hengel buigt diep door en even ben ik
bang dat onze drie-euro-hengel niet helemaal is opgewassen tegen de gevaarten
die hier rondzwemmen. Samen halen we een prachtvis binnen.
Zo bij huis
is een eenvoudig klein voorntje van een centimetertje of tien prima te doen.
Maar dit exemplaar van al gauw vijfentwintig centimeter is toch
andere koek. En ja, wie haalt het haakje uit z’n bek?
Omdat ik
verwacht dat dit niet de laatste zal zijn trek ik de stoute schoenen aan (en manlief het niet wil doen, omdat ik het ook moet leren) en
verlos het arme beest van zijn haakje en laat hem terug in het water. Het beestje schiet de diepte in z’n vrijheid tegemoet om twee tellen
later alweer te zijn vergeten dat hij even daarvoor gevangen was.