vrijdag 28 september 2012

Krabben in de klas

'Mam, we hebben krabben in de tuin, mag ik ze mee naar school?’ Ik wrijf de slaap uit mijn ogen en zal de vraag ongetwijfeld niet goed hebben verstaan. Wij hebben geen krabben, nooit gehad ook. Omdat ik vermoedelijk niet snel genoeg antwoord geeft herhaalt zoonlief zijn vraag. Ohhh ik heb het dus toch goed verstaan. Maar hoe komen die beesten daar dan? Zonder dat ik de vraag hardop uitspreek geeft zoonlief het antwoord. ‘Opa heeft gisteravond krabben meegenomen en nu mag ik ze op school laten zien. We moeten ze vanmiddag wel weer bevrijden hoor.’

Omdat ik bevestig wil zien van wat ik net heb gehoord kijk ik uit het raam, maar zie niets. Dan maar naar beneden lopen. Als ik het gordijn open trek zie ik een zwarte bak met een plastic zak erin. Warempel we hebben krabben in de tuin. Goed, die moeten dus mee naar school. Eerst met de jongste mee, dan met de oudste.

Het is een groot rumoer om de tafel van zoonlief. Alle kinderen zijn onder de indruk van de vier toch wel grote krabben in de zak. Ze lopen over elkaar heen tegen de zak op. De kids beleven er een hoop plezier aan. Zoonlief glundert.

Tussen de middag haal ik de krabben op uit de klas van oudste zoonlief. De krabben hebben naar mijn idee lang genoeg op elkaars lip gezeten en hebben hun vrijheid meer dan verdiend. Samen met vriendinnetje laat zoonlief de krabben los. Vreemd de knoop is niet zo stevig als hij er vanochtend uit zag. Langzaam laten we de krabben uit het zakje. Een voor een dribbelen ze richting water. De laatste is wat versuft en doet het op z’n gemakje. Hé, het zijn er maar drie. We hadden er toch vier? Nu maar hopen dat juflief (ze vervangt de meester op vrijdagmiddag) vanmiddag niet verrast wordt in de klas …





vrijdag 21 september 2012

Vergissing is menselijk (deel 3)


Het draadje van mijn iPod moet onder mijn shirt, anders zwabbert het alle kant op als ik aan het hardlopen ben. De zon schijnt tussen een dik wolkendek door en de verse plassen vragen om in te springen, maar mijn schoenen zijn nieuw en dus loop ik er netjes omheen. Als het even meezit ben ik droog weer thuis. Wanneer ik het tuinhek achter me heb dichtgetrokken zet ik mijn iPod aan. Waar was ik ook alweer? Les negen? Ja, les negen.

Na de reclame begint de inmiddels vertrouwde stem van Evy te vertellen wat ik moet doen. Lopen dus ... en gelijk al. Ergens in mijn ooghoek zie ik een schim wegduiken achter het tuinhek van de achterburen. Wat is dat voor geks? Het ging zo snel dat ik aan mezelf begin te twijfelen of het echt wel iemand was. Ik loop door anders ben ik niet voor de volgende bui binnen.

De takken boven mij laten flinke druppels vallen als de wind met hen speelt. Dat moet dan ook net weer gebeuren als ik er onderdoor loop. De laatste druppel beland in mijn nek, wat me een koude rilling bezorgt ondanks dat ik de pas er goed in heb. Even verderop kraken takken in het struikgewas. Ik kijk in de richting vanwaar het geluid vandaan komt. Ik zie iemand aan de andere kant van de groenstrook. Hij kijkt mijn kant op en als hij me ziet rent hij gauw door. Het is dezelfde persoon van net. Vreemd!

Ik negeer het gevoel van onbehagen en ga aan het einde van het fietspad rechtsaf, langs de paardenweiden. Druppels spatten tegen mijn benen en bevuilen mijn afschuwelijk roze hardloopschoenen. Een man opent een schuurtje en laat de paarden naar het grasveld lopen. Eksters springen op. Hun gekraai weergalmt tussen de bomen over het grasveld. Een haan vladdert op en kukelt alsof het een lieve lust is. Vlak achter me klinken ineens voetstappen. Ik schrik zo dat ik uit balans raak en in de berm beland. De hardloper passeert me en bromt een sorry.

Mijn hart gaat als een razende tekeer. Ik dacht echt dat het de creepy van net was, maar deze persoon is lichtblauw gekleurd in plaats van zwart. Het angstzweet staat op mijn voorhoofd, maar ik ga na een paar keer diep ademhalen gewoon door. Ik laat me toch niet op mijn kop zitten? Kom op zeg! Ik zwaai naar de man in de paardenwei. We kennen elkaar niet, maar hebben elkaar al zo vaak gezien dat het inmiddels gewoonte is om even gedag te zeggen. Ondanks dat ik mijn gedachten probeer te verzetten door me op mijn omgeving te concentreren kan ik het gevoel dat iemand naar me loert niet van me afzetten. In deze tijd moet ik toch een beetje oppassen waar ik loop, met al die griezels op straat. Waarom zou het ons dorp voorbijgaan? Narigheid gebeurt overal.

Ik versnel mijn pas, dan ben ik ook gauw weer thuis. Wat een ontspannen loop had moeten worden lijkt wel een hindernisbaan. Met zware benen neem ik het bruggetje en ga links af het fietspad op. Maar dan sta ik stil, want aan het einde van het fietspad zie ik de engerd lopen. Hij kijkt even om en gaat stilstaan. Zie je wel hij staart naar me en staat me op te wachten natuurlijk. Wat moet ik nu doen? Me niet laten kennen en gewoon doorlopen? Ik neem geen risico en ga meteen rechtsomkeert.

Evy blijft maar babbelen in mijn oor, maar ik hoor en doe niet meer wat ze zegt. Ik zet mijn IPod uit, haal de dopjes uit mijn oren en loop de weg terug naar huis. Een fietser groet me vriendelijk. De meelopende hond krijgt van mij een aai! Als ik bijna thuis ben komt een man in een zwart pak mij al hardlopemd tegemoet. Hij steekt zijn hand op en zegt: 'Dag buuf, ook lekker hard gelopen?'

Van opluchting moet ik giechelen. Het is mijn buurman, maar ik had hem niet herkend in dat rare pakkie!


Dit verhaal is fictie! Ehhh alleen de schoenen zijn echt!
Hoe gedachten een loopje met je kunnen nemen ....

woensdag 19 september 2012

Nu is het klaar met het gezeur!

Of toch niet? Het is dat ik niet thuis ben anders had ik de deur van de huisartsenkamer met een klap dichtgesmeten. Nu blijft het bij een ingehouden zwaai van de deur die met een, naar mijn mening, te zacht geluid tegen de post beland. De volgende bestemming moet het beslist ontgelden. De apotheek dus.

Voor mijn gevoel heb ik toch echt mijn recht doen gelden, maar het woord ‘dermatoloog’ is niet uit mijn mond gekomen. Wel over die van de huisarts om natuurlijk mijn mond te snoeren, want hij weet dat dat de enige reden is waarom ik hem bezoek. Dat kost mij overigens de nodige energie, want dit vind ik vele malen erger dan een ingrijpend tandartsenbezoek.

De apothekersassistente vraagt me of 15 van de 45 voorgeschreven tabletten wil ontvangen? Ik vraag waarom ik ze niet allemaal tegelijk krijg. ‘Om ze te proberen.’, is het antwoord. ‘Kleven er dan zoveel nadelen aan het slikken van die dingen?’, vraag ik niet al te vriendelijk. De mevrouw is van haar stuk gebracht en somt enkele vervelende bijwerkingen op. ‘Dit zijn er nog maar een paar, maar in de bijsluiter staan ze allemaal.’, is het tactische antwoord. ‘U hoeft natuurlijk geen last te krijgen van al die bijwerkingen.’ Ze heeft er mij al teveel opgesomd en ben al klaar met de medicatie voor ik het nog maar heb ingenomen.

‘Of is het soms een duur medicijn dat u mij er maar 15 adviseert?’ Neeeehhh om de kosten hoef ik het niet te laten. ‘Nou’, zeg ik, ‘doe mij er dan maar 15. Als het niet bevalt hoef ik de rest niet te retourneren om ze te laten vernietigen. Zondeh!

Nu enkele dagen later ziet mijn gezicht er fantastisch uit! In maanden heb ik niet zo’n perzikzacht huidje gehad zonder pitjes. Goed mijn kin is nog niet helemaal oké, maar de rest mag er best wezen … al zeg ik het zelf. Heeft de zeer pittige nawerking van de schoonheidsbehandeling dit effect?

De voorgeschreven medicatie ligt ongebruikt in de kast. Te heftig spul. Toch maar weer mijn oude middeltje gepakt (wel in overleg met de huisarts). Ondanks dat ik al een keer gesmeerd heb wacht ik misschien nog even. Het ziet er nu zo hoopgevend uit!

De zon schijn wat mij betreft weer volop achter de wolken!

zondag 16 september 2012

Niks niet nagenieten. Pijn lijden!

Zo tegen de avond gaat het mis. Ik wrijf in mijn ogen, veeg over mijn kin en krab aan mijn neus. Wat als een glimmend appeltje begon is veranderd in een maanlandschap! Mijn huid staat in de fik en jeukt ongenadig! Onbeheerst veeg ik met mijn handen over mijn ogen in de hoop dat daarmee de jeuk minder wordt, maar naarmate de tijd verstrijkt staat mijn hele gezicht in brand. Ik kan alleen nog maar mijn gezicht blussen met koud water. Tranen stromen automatisch uit mijn ogen, wat nog meer irritatie veroorzaakt.

De volgende dag is het alleen maar erger geworden. Mijn ogen zijn gezwollen en plakken, mijn neus en kin jeuken onverminderd voort. Ik ben het zat. Spuugzat. Al meer dan een jaar loop ik met een of ander eczeem op mijn gezicht rond, heb ik volgens mijn verzekering honderd euro aan zalfjes uitgegeven (uiteraard op advies van mijn huisarts) en is het na een overheerlijke gezichtsbehandeling tot exploderen gekomen. Tijd voor een volgend gesprek met de huisarts, maar eerst nog maar weer eens op onderzoek uit op internet. Ik wil goed beslagen ten ijs komen als ik de huisarts smeek om een doorverwijzing naar de dermatoloog.

Als ik internet moet geloven heb ik periorale dermatitis (oftewel perioraal eczeem oftewel clownseczeem). Niet best, want volgens het artikel moet ik per direct stoppen met alle cosmetische cremes die ik gebruik om mezelf er tien jaar jonger uit te laten zien. Wat op dit moment niet echt lukt met zo'n hoofd! Ook moet ik per direct stoppen met alle hormooncremes, want zowel de cosmetica als de hormooncreme is een grote veroorzaker van het clownseczeem. Laat ik nou al die tijd hormooncreme gebruikt hebben (Ben daar nu al even mee gestopt. Al die hormoonzooi kan nooit goed voor me zijn.)

Eens zien hoever het me brengt als ik helemaal niets meer op mijn gezicht doe. Dat zal even wennen zijn. Ik spreek mezelf moed in en zeg maar zo, mooi 'kaal' is niet lelijk.

     

vrijdag 14 september 2012

Ontspanning ten top!


Het voeteneind beweegt abrupt naar beneden als ik langzaam op de stoel ga zitten. Ik schrik, maar het schijnt bij de stoel te horen. Toch ga ik voorzichtig achterover liggen. Het zachte kussen van de stoel sluit zich behaaglijk om me heen. Ahhh heerlijk hier heb ik echt naar uitgekeken …

De handdoeken om mijn benen en armen voelen behaaglijk aan. De muziek op de achtergrond doet vermoeden dat ik op een strand lig. Geen meeuwen dit keer, maar wel ruisend water. Hoewel het vroeg in de ochtend is en ik niet moe ben sluit ik mijn ogen en luister naar de cd.

Een bak met water wordt gevuld. De dame in kwestie keuvelt er lustig op los. Gezellig. Het past helemaal bij de entourage. Een tube wordt geopend gevolgd door een zacht sputterend geluid, de dop wordt zorgvuldig weer op de tube gedraaid zodat het afschuwelijk dure spul niet uitdroogt. Even later raakt de zachte emulsie mijn verwaarloosde huid. Ervaren handen bewerken mijn gezicht totdat het spul volledig in mijn poriën is getrokken. ‘Jouw huid is droog.‘, mompelt ze zacht om voor een derde keer de dop van de tube te schroeven.

Na een bewerking van anderhalf uur glimt mijn huid als een appeltje en zo voelt het ook. Best jammer dat ik het ‘strand’ moet verruilen voor de regen die met bakken uit de hemel komt ….

woensdag 12 september 2012

Op een prachtige nazomermiddag!


Het is een prachtige nazomermiddag. Ik loop op het pad achter de tuinen. Het is hier ook leuk fietsen, maar het gevaar dreigt uit elke tuin. Als je hier hard fietst en er komt zomaar iemand uit een tuin gelopen geeft dat een grote schrik of een flinke botsing. Maar ik loop, dus weinig gevaar. Naast het pad een brede groenstrook. Goed voor vogels, vlinders, egels en allerlei andere diersoorten. Maar ook bloemen en struiken tieren hier welig.

De zon staat laag aan de hemel. In een van de uit de kluiten gewassen struiken vecht een ekster met de bladeren. Althans vanaf mijn punt lijkt dat zo. Een rode kat zit parmantig voor een tuinhek, maar kiest het hazenpad als ik er aan kom.

Zo tussen de huizen door schijnt de zon precies op de groenstrook. En laat ik nou net mijn toestel mee hebben om er een foto van te maken …








PS. Welkom nieuwe volgers. Leuk dat jullie meelezen!

zondag 9 september 2012

Een gevecht zonder eind?


Hoe is het mogelijk dat we ons zo op de kast laten jagen door zo’n klein beest. Naast dat het buitengewoon irritant zoemt, steekt het ook nog lelijk. Je zou denken dat wij een maatje te groot voor ze zijn als het op vechten aankomt. Toch delven we vaak genoeg het onderspit en blijven we zitten met een pijnlijke plek. Zo ook die zaterdagmiddag …

Ergens aan het einde van het terras onder een kapot dak, wat niet kapot, maar zo gemaakt is dat het kapot lijkt, is nog een tafel vrij. Een mooie plek dat uitkijkt over het grasveld en dicht bij de baan van  de trapauto’s. De kids stevenen er direct op af, wetende dat ze even moeten wachten voordat ze er een hebben bemachtigd.

We zitten nog maar net als de eerste wesp me lastig valt. Ik sla om me heen (heel verstandig!), sta op en loop weg om het beest op andere ideeën te brengen, maar het mag niet baten. Als de drankjes op tafel staan, wordt het er niet beter van.

Aan andere tafels staan flesjes waarvan de hals gevuld is met een servetje, alleen het rietje steekt er nog uit. Goed idee. Ik volg het voorbeeld, want het wordt wel lastig eten zo. Zoete drankjes en nog zoetere pannenkoeken … dat vraagt om nog meer wespen.

Terwijl we in gesprek zijn en de wespen goed in de gaten houden komt zoonlief schreeuwend het terras op. Gestoken door een wesp. We zijn druk op zoek naar de beet als een hoogzwangere vrouw naast me komt staan en mij een tube tandpasta toesteekt. ‘Hier’, zegt ze, ‘dit help heel goed tegen wespenbeten. Ik heb het altijd bij me, gebruik het maar.’ Ik ben een beetje confuus en vraag me af of ik werkelijk de tandpasta op de arm van zoonlief moet smeren. Toch doe ik het, want een beter idee of middel heb ik niet.

Enkele momenten later loopt zoonlief rond alsof hij niet is gestoken. Een gouden tip dus! De beste tip blijft natuurlijk om vooral niet gestoken te worden.



Vlak bij onze voordeur maakte deze spin een wesp soldaat ... erg toepasselijk bij mijn verhaal!