“Mevrouw, mag ik wat vragen” begint de jongen achter mij. Hij krijgt de kans niet zijn zin af te maken. Ik ben geïrriteerd en antwoord nogal bits dat ik haast heb en m'n boodschappen al op de band heb liggen.
Hij kijkt me bevreemd aan, maar zegt niets. Hij loopt naar een andere kassa en kijkt nog eens om. Zijn ogen lijken niet veel goeds te voorspellen. Ik word nerveus en heb meteen spijt van mijn reactie. Mijn overspannen gedachten maken het er niet beter op. Hij is boos en gaat wraak nemen natuurlijk. Ik moet het vast bezuren als ik over de verlaten parkeerplaats naar mijn auto loop. Tja Tan dat is niet je beste kant, jezelf moed inpraten kan je niet.
Als ik mijn boodschappen heb afgerekend en naar de uitgang loop kijk ik of ik de jongen zie. Hij is natuurlijk nergens te bekennen. Dat het buiten zo donker is geeft mijn zelfvertrouwen een flinke optater.
Moet ik wachten totdat er nog een klant naar buiten komt of moet ik gewoon net doen alsof er niets aan de hand is? Ik probeer het laatste. Ik ben bijna bij mijn auto als ik de jongen aan zie komen lopen. Shit, dit kan niet waar zijn, dit gebeurt mij niet. Ik ga harder lopen en voel ondertussen in mijn tas naar mijn sleutels. Als ik maar eenmaal in mijn auto zit. De jongen gaat ook harder lopen en stevent regelrecht op me af. Ik voel koortsachtig in mijn jaszakken naar mijn sleutels, maar vind ze niet.
Radeloos kijk ik om me heen, mijn hart bonst in mijn keel. Als de jongen binnen gehoorafstand is vraagt hij: “Mevrouw zijn dit misschien uw sleutels?”
Wauw, dat zal spannend voor je geweest zijn!
BeantwoordenVerwijderenGoed verhaal zeg. Ik zat erin.