Zaterdagochtend. Ik fiets met mijn jongste langs de paardenwei. De zon schijnt door de bomenrij langs het fietspad. Er hangt een lichte nevel over de velden wat de omgeving iets mysterieus geeft. Nog geen paarden te zien, wel kippen die wat rond scharrelen in de hoop een graantje mee te kunnen pikken.
Eigenlijk heb ik geen tijd om hiervan te genieten, want we hebben haast. Het is half tien en m’n oudste speelt de tweede helft van zijn voetbalwedstrijd. Het is zijn eerste wedstrijd van het seizoen en die kan ik natuurlijk niet missen. We zetten onze fietsen weg en gaan op zoek naar witte shirts met groene strepen. Ja daar op het achterste gedeelte van het voetbalveld.
Ik hoor wel eens van die wilde verhalen over fanatieke ouders die de longen uit hun lijf schreeuwen om hun kind een tandje harder te laten lopen, beter te laten verdedigen of hun spel te perfectioneren.
Nou zo ben ik dus niet … dacht ik. Maar zodra ik langs dat veld sta, mijn fanatieke zoon zie voetballen en hem zijn uiterste best zie doen die bal tussen de twee palen te krijgen, kan ik niet anders dan hem een hart onder de riem te steken. En hoe kan dat beter dan hem dat uit volle borst toe te roepen. Daarbij maak ik ook nog van die ‘meebewegingen’. Je kent dat wel. Als mijn kinderen een racespelletje spelen op de tv, gaat hun lijf met elke bocht mee. En zo is het ook met mij. Als mijn kinderen voetbal spelen, speel ik zo'n beetje mee.
Ja, ik ben fanatiek. Niet gedacht dat ik ‘roepmoeder’ zou zijn. Nee, geen akelig taalgebruik voor mij, dat hoort er niet bij. Winnen vind ik niet zo belangrijk (nou een beetje dan) als hij maar geniet van het spel. Als hij geniet, geniet ik ook! Wat een goed begin van de zaterdagochtend.
Je bent lekker enthousiast!
BeantwoordenVerwijderenIk denk dat ik dat op een ander vlak heb: als mijn dochters optreden ofzo. Of als mijn zoon vol trots zijn hoe hij een ingewikkeld iets in elkaar geknutseld heeft met stroomdraadjes, knopjes etc.
Reken maar dat ze het meenemen; die positeve aandacht en enthousiaste aanmoedigingen.