Laatst schreef ik nog dat ik echt geloof dat elke dag zijn eigen verhaal vertelt, maar gisteren zonk mij de moed aardig in de schoenen. Wat is er nou leuk aan te vertellen dat een hoop regendruppels, die in een gestaag tempo naar beneden komen, een flinke plas op mijn terras veroorzaken? Wat is er nou leuk aan te vertellen dat al die regen mij het idee geeft dat de herfst een maand vroeger is begonnen. Maar … zo begon de dag.
Aan het einde ervan werd mijn wachten beloond. Hier een anekdote die van mijn aftakeling getuigt.
We zitten met z’n drietjes aan de eettafel, want manlief komt laat thuis. School en alles wat daar omheen is gebeurd, de oorpijn van de jongste en de rest van de dagelijkse dingen zijn inmiddels de revue gepasseerd. Je zou denken de gespreksstof is op, maar met mijn kinderen ben ik nooit uitgepraat. En zo gaat mijn oudste vloeiend over naar een volgend onderwerp.
Hij heeft net zijn bord leeggegeten. Terwijl hij wacht tot we klaar zijn, knijpt hij met zijn hand in zijn biceps en zegt: ‘Hé mam, moet je kijken wat een spierballen.’ Ik bewonder zijn spierballen. Ook die van de jongste moeten even worden bewonderd. Ik laat die van mij natuurlijk ook even zien, wat mij een niet bepaald flatteuze opmerking van de oudste oplevert. ‘Mam … jou spierballen hangen naar beneden.’
Ik ben even stil en moet vervolgens heel hard lachen.
Nee, ik laat geen foto van mijn aftakeling zien, je moet het doen met je eigen verbeelding.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten