Vol inspanning tuur ik op het hoofd van het blonde meisje. Elke keer haal ik een nieuwe pluk omhoog. Niets verdachts te zien. Als ik klaar ben ga ik naar de jongen naast haar. Terwijl ik door z’n lichtelijk vette haar rommel komt er een aftands geurtje omhoog. Die heeft vast iets vets gegeten gisteren, want het ruikt naar vlees en patat. Misschien wel naar meerdere warme maaltijden … Dit gok ik, want zeker weten doe ik het natuurlijk niet.
Ik krijg de neiging mijn handen te gaan wassen, maar er wachten nog meer kinderen. Een weerbarstige haarlok hangt voor mijn ogen en belemmert mijn zicht op het bolletje waar ik mee bezig ben. Maar ik wil mijn haarlok nu niet wegwerken met mijn vieze handen. Stel je voor …
Als ik met de volgende haardos bezig ben, doe ik ongemerkt mijn haarlok achter mijn oor. Iehhhh. Oeps dat wordt mijn haar wassen als ik thuis kom. De gedachte dat er mogelijk een luis over mijn hoofdhuid loopt doet me rillen. Het zal meevallen, vast.

Het is, zo vlak na de vakantie, luizenpluis ochtend en ik ben een van de luizenpluis moeders. Elke hoofd is weer anders. Een dikke bos haar in een paardenstaart waar niet doorheen te komen valt. De staart moet echt even los. De ander heeft het haar zo dun dat je het bijna niet hoeft op te tillen. De volgende heeft van die hele kleine krulletjes. En allemaal gaan ze er even voor zitten, want wat is er nou leuker dan een afleiding in de klas. Even geen spelling ...
Als ik neeflief onder handen krijg gaat hij er eens even goed voor zitten. Gelijk heeft hij, lekker verwent worden door je tante. Ik kriebel hem nog even extra door zijn haar. Hij geniet er zichtbaar van.
Zo klaar, nu gauw mijn handen wassen! Het is dringen bij de wasbak, want de andere moeder hebben hetzelfde idee.