donderdag 29 december 2011

Op naar 2012!

Langs deze weg wil ik graag toast uitbrengen op 2012!


Daarnaast wil ik jullie bedanken voor het meeleven en het meelezen in het afgelopen jaar. Het heeft me onbeschrijflijk veel goed gedaan. Wat een prachtige reacties. Wat fijn dat jullie de moeite hebben genomen mijn schrijfsels te lezen. Ook vond ik het heerlijk bij jullie mee te mogen lezen. Ondanks dat het de afgelopen tijd wat minder was door alle drukte.

Iedereen een heel goede jaarwisseling gewenst!

dinsdag 27 december 2011

Zo kan het ook (en zo ging het ook)

Warme waterstralen vallen op mijn hoofd en glijden over mijn schouders en rug naar beneden. Ik kijk op naar de douchekop waar het warme water uit komt. Nu masseert de forse straal mijn gezicht. Heerlijk! Ik draai me weer om op zoek naar een washand en douchecrème.


Het zal toch niet gebeuren dat ik dit jaar alleen naar de kerstnachtdienst ga? Door alle drukte heb ik er niet aan gedacht iemand mee te vragen. Trouwens dat is niet mijn sterkste kant. Zomaar iemand meevragen.

Ik zeep me in terwijl mijn conditioner in mijn haar trekt. Het voelt niet helemaal oké, dat ik niemand heb meegevraagd. Ik denk aan Marloes. Al jaren beloof ik haar mee te nemen en ik heb het in al die tijd bij een belofte gelaten. Ik spoel mijn haar uit en laat het water langs mijn lijf lopen, zodat al het zeepsop wegspoelt. Het hoopt zich op bij het putje, waar het niet weg kan vanwege de hoeveelheid haar dat is uitgevallen. Hé Bah.

Ik besluit Marloes te bellen. Ook al is het bijna negen uur. Ik doe het! Het nummer is zo gevonden in mijn mobiel. Na enkele tonen neemt Marloes op. ‘Ja hoi met mij, bel ik gelegen?’, vraag ik. Marloes is verrast en blij tegelijk. ‘Ja hoor ik zit net met een vriend een kopje thee te drinken.’ Hmm jammer, dat wordt dus niets. Maar ik laat me niet direct uit het veld slaan en stel toch mijn vraag. ‘Ik had je graag mee willen vragen naar de kerstnachtdienst. Hij begint over een half uur.’ Ze is blij verrast. Vertelt dat ze er die dag al aan had gedacht, maar het niet zo zag zitten om alleen te gaan. ‘Ik wil er even over nadenken’, zegt ze,’ ik bel je zo terug.’

Ik ben zo benieuwd of Marloes mee gaat dat ik met grote slokken mijn cappuccino naar binnen werk. Ik wip heen en weer op mijn stoel en kijk ondertussen naar de dansende kaarsjes op tafel. Dan gaat de telefoon …


‘Ja, ehh’ begint ze aarzelend. Ze wil natuurlijk niet, want ze zitten net aan de thee, flitst het door me heen. ‘Vind je het goed dat Arnold ook mee gaat? Hij is al jaren niet geweest en wil ook graag mee.’ Ik ben blij verrast. ‘Natuurlijk mag hij mee, gezellig!’

Een half uur later zitten we in een sfeervol verlicht kerkgebouw naar ouderwetse kerstliederen te luisteren. De dominee vertelt in eenvoudige woorden de boodschap van kerst, The Voice of Xmas noemt hij het. Geweldig!

woensdag 21 december 2011

Omzien naar elkaar! (fictie)

Het is kerstavond. Ik sta voor het raam en kijk naar de neervallende sneeuw. Eindelijk een witte kerst. De klok op het dressoir geeft zeven uur aan. Ik besef dat ik mijn voornemen niet langer kan uitstellen. Loom rek ik mij uit en ga naar de gang om mijn jas en schoenen aan te trekken. Waarom heb ik tot het laatste moment gewacht? Weken geleden wist ik al dat er vanavond om tien uur een kerstconcert zou zijn. Toen al had ik me voorgenomen mijn nieuwe buurvrouw mee te vragen. Maar ik zie er tegenop. Stel dat ze nee zegt of een doorzichtige smoes verzint om niet te mee te hoeven gaan. Ik ben bang afgewezen te worden.

Als ik de voordeur opentrek komt de kou me tegemoet. Ik ril ondanks mijn dikke winterjas. Ik stap de deur uit en trek hem zachtjes achter me dicht. Voorzichtig loop ik over de verse sneeuw. Bij het tuinhek kijk ik even achterom naar mijn voetafdrukken. Vroeger vond ik dit al leuk. Als eerste over de verse sneeuw een voetspoor maken. Er ligt zeker wel een centimeter of tien en het einde lijkt nog lang niet in zicht. Ik kijk naar de grote dennenboom op het pleintje. Hij is prachtig. Door de vele lichtjes en de hopen sneeuw die hij moet dragen lijkt de boom zo uit een ansichtkaart geknipt.

Voorzichtig loop ik verder en denk aan mijn buurvrouw. Ze lijkt me eenzaam. Sinds ze hier woont heb ik niet gezien dat ze regelmatig bezoek ontvangt of zelf ergens naartoe gaat. We kennen elkaar niet zo goed, maar dat weerhoudt me er niet van om naar haar toe te gaan. Als ik haar tuin inloop komt het geluid van gedempt gepraat mij tegemoet. Ik blijf even staan. Verbaasd vraag ik me af of het vrolijke geluid werkelijk bij de buurvrouw vandaan komt. Ja, het lijkt er wel op.

Voordat ik mij kan bedenken loop ik naar de deur en bel aan. Terwijl ik wacht tuur ik door het matglazen raampje in de deur naar vage schijnsels in de gang. Ik hoor gestommel en doe snel een stap achteruit. De deur gaat open. Mijn buurvrouw kijkt me verrast aan. Ze had me niet verwacht dat is duidelijk. Na een korte aarzeling vraagt ze me binnen. Nu ik in de gang sta zijn de stemmen in de kamer goed te horen. Het lijkt wel alsof ze een huis vol heeft. De gang blijkt zacht verlicht door een slinger van kerstlampjes aan de wand. Het doet knus en gezellig aan.

Ik haal diep adem en zeg “Ik had u mee willen vragen naar het kerstconcert, maar ik begrijp dat u een huis vol hebt.” Mijn buurvrouw lacht en zegt vriendelijk “Wat vind ik dat lief van je. Mijn huis zit inderdaad vol, want wij gaan straks met z'n allen naar het kerstconcert. Wil je misschien met ons mee?”

Een gevoel van onzekerheid overvalt me, want de rollen zijn ineens omgedraaid. Ik bedank voor het aanbod en mompel iets vaags over vrienden en het kerstconcert. Terwijl ik praat stap ik alweer over de drempel naar buiten. De buurvrouw roept me nog na dat ze het gezellig zou vinden als ik mee ga. Ik kijk nog even om, steek mijn hand op en bedank haar.

Als ik terugloop is de sneeuw hinderlijk plakkerig. Ik veeg over mijn ogen en geef een schop tegen het tuinhekje. Ik maak de deur open en stap een donker en stil verlaten huis binnen.

zaterdag 17 december 2011

Sfeer

De kamer is gehuld in zacht licht. In de hoek van de kamer, vlak bij het raam branden zes kaarsen op een standaard. In de andere hoek staat op de grond een dienblad met een lampion met lichtjes. Daar omheen allemaal kleine kerstballetjes en een vogeltje.

Achter in de kamer de kerstboom, geheel versierd door mijn grote kleine jongens. Ze hebben hun best gedaan en het ziet er prachtig uit. Soms drie ballen aan een haakje. Of drie haakjes aan elkaar met een balletje. Erg leuk om uit te proberen.

Op het dressoir staat een minidorpje gehuld in licht. Ik was daar niet zo van, maar ik vind het nu toch leuk! Het brengt een zacht en gezellig licht. Op tafel staat een bakje met chocoladekransjes. Voor de tijd dat het duurt natuurlijk, want voor ik het weet is het bakje leeg.

Deze donkere dagen vragen om zachte sfeerverlichting. Ik ga daar nu van genieten. Onderuit gezakt op de bank met een bakje cappuccino en ... een chocoladekransje natuurlijk.



woensdag 14 december 2011

Bijtkonijn

Ergens halverwege de maand juli, op de terugweg van vakantie, hebben we nagedacht over een huisdier. Toch wel leuk en opvoedkundig verantwoord als de kinderen een dier te verzorgen hebben. Leren ze gelijk wat het is verantwoording te dragen voor een de verzorging van een dier. Dachten wij …

Manlief wilde een hond en de jongens eigenlijk ook wel. Maar een konijn was ook erg in trek. De hond viel af, want vroeg ik: ‘Wie gaat dat beestje elke ochtend uitlaten?’ Het was even stil voordat het antwoord kwam. ‘Nou ik moet werken, dus dat wordt jij.’ Ik moet natuurlijk ook werken, maar kan dat flexibel invullen. Geen hond dus.

Tijdens de rit werd duidelijk dat er een konijn zou komen. Toen we thuis kwamen ben ik gelijk op de internetrommelmarkt gaan kijken. Binnen een straal van tien kilometer waren prachtige konijnen te krijgen. De volgende dag was alles in huis, inclusief konijn.

En wat was dat schattig … toen ie nog klein was, het knuffelgehalte hoog en konijnlief nog weinig vrijheden had. Met dat konijnlief groter werd en ontdekte hoe leuk een tuin vol met eten is daalde het aaibaarheidsgehalte. Vasthouden was er vrijwel niet meer bij.

Als het aan de kinderen had gelegen, was konijnlief inmiddels niet meer dan dood. Leuk zo’n beest, maar in hun beleving kan hij dagen zonder eten en drinken. En schoonmaken? ‘Ahhhh nee hé nu alweer, maar het is zijn beurt.’ De dreiging: ‘Nou dan doen we hem weg.’, helpt heel goed! En de vraag: ‘Mama, wil je me even helpen?’of ‘Mama, wil jij het even doen?’, helpt ook heel goed. Softie als ik ben.

Sinds deze week mag konijnlief niet meer binnenkomen. De maat is vol. T-shirts, broeken, een deken, schoenen, slippers, eigenlijk alles waar een hap in te zetten valt gaat konijnlief op af. Zelfs mijn bikkelharde gordijnen waren deze week met succes doelwit.

En toch het is een lieverd! Als we naar buiten komen smeekt hij om geaaid te worden en gaat er dan ook goed voor zitten als ik hem lekker achter z’n oren kriebel. Als hij de tuin doorrent is zijn eindbestemming altijd de tuindeur of het raam waar hij met z’n pootjes tegenaan gaat staan met het uitdrukkelijke verzoek: ‘Aai me.’Als wij in de tuin zijn holt hij altijd achter ons aan. Ja het is een bijtkonijn, maar ook een verdraaid lief aaikonijn.

En hoe denk je dat hij heet? Tijgertje natuurlijk!

vrijdag 9 december 2011

Lekker puzzelen

Ik kan niet slikken. Of nee, ik wil niet slikken, want als ik slik heb ik pijn. Zo’n rauwe stekende pijn. Alsof ik de hele nacht met mijn mond open heb geslapen. Dat zal ik ongetwijfeld hebben gedaan, want ik ben behoorlijk verkouden. Gisteravond nog met zout gespoeld en vanochtend vroeg weer zo’n akelig gevaarlijk zuigsnoepje genomen, waarvan manlief niet wil dat ik hem liggend op zuig en wat ik zelf zo heerlijk vind. Maar goed, zittend dus. Dat wordt snel doorkauwen en hopen dat het de keel op deze manier ook verzacht.

Nog voordat ik mijn benen over de bedrand heb geslingerd voel ik mij al futloos en lamlendig. Dat wordt wat voor de rest van de dag. Ik plof weer terug, wat eigenlijk niet kan, want zoonlief moet naar school. Gelukkig gaat hij zelf. Ik zit zielig voor het keukenraam naar buiten te staren in afwachting van zoonlief die vast een zwaai voor me over heeft. Niet dus. Hij heeft helemaal niet in de gaten dat ik voor het raam zit en stuift voorbij.

Na het middageten krijg ik weer wat energie en gaan jongste zoonlief (die ook ziek is) en ik verder met de Asterix en Obelix puzzel. Gekregen van sint en moet hoognodig afgemaakt worden. We zijn ontzettend benieuwd of alle stukjes er zijn. En die zijn er … gelukkig.
Toch wel lekker zo’n dagje ziek zijn. Nou ja ziek zijn. Te goed om in bed te liggen en te futloos om actief te zijn. Dan maar even helemaal niets. Samen met zoonlief de kerstsfeer in huis brengen en een puzzel maken. Ik ben er echt van opgeknapt!

woensdag 7 december 2011

Oorpijn

Wat? Manlief huilt?! Of toch niet? Nee het is zoonlief die huilend van de trap af komt. Enigszins gedesoriënteerd kijk ik met een schuin oog naar de digitale wekker. Hij staat op 00.12 uur. Beetje jammer …

Langzaam gaat de deur open en komt er een zielig hoopje ellende naar binnen. ‘Mam, ik heb zo’n oorpijn.’ Tja dat zat er wel aan te komen. De hele week die neus ophalen. Af en toe wat ontstoppen met wat zoutoplossing. Maar zoals zo vaak vergeet ik die zoutoplossing als het beter lijkt te gaan. Dan slaat dus de oorontsteking toe.

En dit keer is het een forse. Gewapend met Otalgan en een zetpil kom ik de badkamer uit gelopen. Zoonlief vindt alles goed, als de pijn maar over gaat. Als alles is toegediend geef ik zoonlief een dikke knuffel, stop hem nog even goed in en haast me naar m’n eigen warme bedje.

Tien minuten later hoor ik de trap kraken, gevolgd door zacht gekerm. Met zijn hoofd schuin naar rechts en zijn hand tegen zijn oor komt zoonlief weer binnen. ‘Mam, het doet zo’n pijn.’ Ik sla mijn deken open en zeg, wat ik vrijwel nooit zeg: ‘Kom maar even hier in bed.’

Van slapen komt niet veel. Zoonlief draait, zucht, smakt, grijpt naar zijn oor en zucht maar weer eens. ‘Mam, wanneer werkt dat pilletje nou, want mijn oor doet nog zo’n zeer.’ Tja in het donker duurt alles veel langer dan wanneer je languit voor de tv ligt. Maar aan zoiets heeft zoonlief niet veel en dus zeg ik: ‘Nog even wachten lieverd, het pilletje gaat zo werken.’

En dat doet het. Even later wordt z’n ademhaling gelijkmatiger. Tijd om naar zijn eigen bed terug te gaan, voordat hij mijn plekje helemaal heeft ingenomen. De volgende ochtend komt meneer beneden alsof er niets aan de hand is. Waarom voel ik mij dan nog zo brak?!

vrijdag 2 december 2011

Zoonlief en de dokter

‘Mam, je moet hier iets aan doen.’, roept zoonlief vanuit zijn bed. Ik kijk naar de pukkel halverwege zijn keel. Ik denk dat het een waterwrat is en dat er dus niet meer op zit dan te wachten totdat het weggaat. Maar zoonlief is er niet gerust op en wil dat ik iets onderneem. De dokter. Ik besluit de dokter er maar eens naar te laten kijken. Ik beloof zoonlief dat ik de huisarts bel.

Dat komt goed uit, want we hebben alle drie wat. De oudste met een waterwrat of iets dat daarvoor door moet gaan halverwege zijn keel, de jongste een bult op z’n teen en ik kom maar niet af van het eczeem in mijn gezicht ... lekker plekje …

Wij mogen woensdagmiddag aan het einde van de dag. Hebben we alle tijd. Ik zeg nog tegen de assistente dat we niet zoveel tijd nodig hebben. Tien minuten voor drie personen is meer dan genoeg. De jongste is zo geholpen. Dan is de oudste aan de beurt. Als ik van te voren had geweten wat ons te wachten stond, was ik niet gegaan …

Het is geen waterwrat maar verkalkt talg. Geen probleem zou je denken. Weghalen en klaar. Maar het gaat toch even anders. Het bultje moet worden open gebrand. Zodra zoonlief in de gaten heeft dat het zeer gaat doen is het mis. En het is goed mis, want het doet ontzettend veel pijn en het lukt niet het bultje open te branden. Dan maar lepelen en dus gaat de dokter met zo’n ‘piepklein scherp ding’ aan het lepelen. Ach de arme schat had het niet meer.

Ik ben geen held en heb het zweet onder mijn oksels. Tot overmaat van ramp huilt de jongste met de oudste mee. Hij leeft zo met zijn broer mee en vindt het zo moeilijk dat hij pijn heeft dat hij helemaal van slag is. Ik kan geen twee kids steunen en heb mijn aandacht nodig bij zoonlief op de pijnbank.


Als de martelgang voorbij is, blijft zoonlief huilen, ook als ik aan de beurt ben en nog steeds als we thuis komen. De dokter heeft zoonlief fors beet genomen. Een ding is zeker zoonlief en de dokter zijn even geen vriendjes meer!

En die tien minuten? Dat zijn er dik dertig geworden …