dinsdag 31 mei 2011

Afscheid

Langzaam draaien we de kist en lopen voorzichtig richting de uitgang van de kerk. Met het hele gezin dragen we de voor ons zo dierbare persoon de kerk uit naar de auto waarin ze zal worden vervoerd naar haar laatste rustplaats. Terwijl we voorzichtig de kist de wagen in schuiven klinken de noten van het orgelspel ‘Wat de toekomst brengen moge, mij geleidt des Heren hand!’

In de kerk is het stil. Allen in gedachten bij de persoon die zo snel is heengegaan en nu de kerk is uitgeleid. Ondanks het verdriet om het gemis van een geliefde is er vreugde door de wetenschap dat ze feest mag vieren in de hemel. Bevrijd van angst en pijn, woede en verdriet. Er heerst alleen maar vrede.

Johannes de Heer 140 vers 1, 2 en 3.
1. Ik zie een poort wijd open staan,
waardoor het licht komt stromen
van 't kruis, waar 'k vrijlijk heen mag gaan
om vrede te bekomen.

Refrein:
Genade Gods, zo rijk en vrij!
Die poort staat open ook voor mij!
Voor mij! Voor mij!
Staat open, ook voor mij.

2. Die open poort laat d' ingang vrij,
aan wie komt binnen vlieden;
aan rijk en arm, aan u en mij
komt Jezus vrede bieden.

3. Die open poort leidt tot Gods troon:
gaat door, laat niets u hind'ren;
neemt op uw kruis, aanvaardt de kroon,
die God biedt aan Zijn kind'ren.

woensdag 25 mei 2011

Aangekomen

Het is stil in de kamer. De zuurstofpomp is afgesloten, de morfinetoevoer stopgezet. De aanwezigen staan stil en vol ongeloof te kijken naar de vrouw in bed. Het dringt nog niet helemaal door dat er geen ademhaling meer te horen is.

De pantoffels, voor eeuwig werkeloos, staan als stille getuigen onder het bed. De pioenrozen op de wastafel zijn tot hun volledige bloei gekomen. Op het nachtkastjes ligt een puzzelboekje. De trillende lijnen over de gebruikte woorden geven aan in welke toestand de laatste puzzel is gemaakt. Naast het boekje ligt haar bril. Op de uiterste hoek van het nachtkastje staat een klein plastic maatbekertje met medicijnen die de vrouw in bed in zou hebben moeten nemen.

Op de tafel in de hoek naast het raam staat koffie, thee en sinaasappelsap. De gebruikte kopjes eromheen. In de loop van de uren is er aardig wat doorheen gegaan.

Buiten schijnt de zon. Op de parkeerplaats rijden auto’s af en aan. Aan de bomen op de parkeerplaats is te zien dat er een flinke bries staat. Zusters op de gang lopen heen en weer, dragen zorg voor de patiënten in de andere kamers.

Het leven gaat door, maar in deze kamer staat alles even stil. De vrouw in bed heeft het tijdelijke bestaan voor het Eeuwige Leven ingeruild.

Het is 23 mei 2011 vlak na de middag.

zaterdag 21 mei 2011

Op weg naar Huis

De lift brengt ons naar de derde verdieping van het ziekenhuis. Ik stap uit de lift en loop met lood in mijn schoenen naar kamer 305. Een oude man zit op de gang en vertelt al gebarend zijn verhaal aan z’n buurman. Het leven gaat door ja, dat van mij staat gewoon even stil.

De gordijnen in de ziekenhuiskamer staan wagenwijd open. Ik zie de parkeerplaats vol staan met auto’s. De bomen zijn lichtgroen en waaien met de zachte wind mee. Op de wastafel staat een prachtige bos pioenrozen. Ze zijn uitgekomen en hoe! De vrouw in het bed is gek op deze bloemen. Ik heb ze niet voor niets gekocht, gelukkig.

Aan het tafeltje naast het bed hangt een grote familiefoto, genomen twee weken geleden. Onder de wastafel staan de groene pantoffels van de vrouw in het bed. Werkeloos. Op het tafeltje staan een paar bekertjes drinken en een elektronisch fotolijstje. Ik zie enkele dierbare foto’s voorbijkomen. Aan het bed van de vrouw zit haar man. Dicht naar haar toegebogen. Ze praten samen. Een mooi gezicht.

De vrouw in bed ziet ons aankomen. Haar man kijkt op en maakt plaats. Hij gaat aan het voeteneind van haar bed zitten en kijkt vanaf die plek naar zijn vrouw. Hij lijkt alles in zich op te nemen om het niet meer te vergeten. Verloren voel ik me, omdat ik niet weet wat ik zeggen moet.

In het bed ligt een sterke, krachtige vrouw, die lichamelijk volledig is afgezwakt door de ziekte die ze in zich draagt. Maar geestelijk weet ze wat ze wil en brengt de boodschap luid en duidelijk over. ‘Ik ga naar Huis.’

Woorden ontbreken, maar een gebed rijst in me op. ‘Oh Heer, laat haar een lijdensweg bespaart blijven.’

donderdag 19 mei 2011

Ik voel me schuldig!

Je kent dat wel. Je wilt van alles doen, maar komt tot niets, omdat het gewoon te druk is. En waarmee? Ja met veel zorgen aan mijn hoofd, de werkdruk (die best lekker is trouwens), mijn huishouden, de tuin, de kinderen, de boodschappen, netwerken en vul verder zelf maar in. Eigenlijk heb ik net niet genoeg tijd om alles goed te doen. Wat overblijft is … frustratie.

Dat betekent dus dat ik dingen moet schrappen. En laat dat nu hetgeen zijn waar ik niet goed in ben. Alles is leuk, boeiend en interessant. Stel nou dat ik iets mis. Ach zul je zeggen: ‘Dan mis je het gewoon. Je weet dan toch niet wat je mist.’ En dat is natuurlijk helemaal waar.

Wat is wel mis is blogtijd. Niet alleen ontbreekt het me aan tijd en inspiratie om een leuke blog te plaatsen, maar ook blogs te lezen, te reageren en mee te leven. Dat geeft me een onbehagelijk gevoel. Jullie lezen wel met mij mee, maar ik nu even niet met jullie. Ik wil wel, maar het lukt me nu even niet.

Blijft over mijn dank dat jullie zo met me (meelezen) meeleven rondom de zorgen van mijn moeder (deze zijn nog zeker niet geweken). Dat waardeer ik enorm!





maandag 16 mei 2011

Dag merels

Angstig geschreeuw dringt langzaam mijn gehoorgang binnen, maar ik wil er niet aan. Maar het o zo bekende geluid valt niet te negeren. Het is weer zover. De merels in de tuin hebben het duidelijk moeilijk en ik moet er iets aan doen. Door de jaren heen weet ik inmiddels hoe het klinkt hoe merels schreeuwen als ze hun jongen beschermen. Maar het is nog veel te vroeg om mijn bed uit te stappen.

Moeizaam sla ik mijn benen over de rand van het bed, want het geluid van de merels geeft aan dat er nog steeds gevaar dreigt. De jonge merels zijn ongetwijfeld het doelwit. Er zijn zoveel gevaren in de buurt. Het angstig gekwetter blijft maar aanhouden.

Ik gluur door een kier van het gordijn, maar zie vanaf mijn plek geen gevaar. Ik speur naar katten en eksters, maar zie niets. Ik sjok terug naar mijn bed en stap er weer in, maar ben er niet echt gerust op. Moet ik toch even naar beneden gaan? Niet veel later neemt het geschreeuw van de merels af totdat alleen de mussen nog maar te horen zijn.

Als ik een paar uur later mijn fiets uit de schuur wil halen kijk ik eerst even naar het nestje. Niets te zien. Ik kijk naar de grond en zie bloeddruppels liggen. Een bang voorgevoel bekruipt me. Ja hoor onder de Hedera, verscholen onder een dikke bladerdeken zie ik een dood mereljong liggen. Hé verdikke nog an toe, dus toch! Zoonlief ziet ineens vlak bij mijn voet een rode massa op de grond liggen. Nummer twee, volledig uiteengerafeld. Drie en vier vind ik vlak bij de vergeet-me-nietjes. Ook hier is niet zo heel veel meer van over. Er is flink mee gespeeld. Ik heb er goed de sik in en verwens het beest dat ‘mijn nestje’ heeft leeggehaald.


De dagen daarna moet ik wennen aan de stilte in de tuin. De merels zijn in geen velden of wegen te bekennen. Op zoek natuurlijk naar een nieuw plekje voor een tweede nest.

Zouden ze het drama van afgelopen week vergeten en volgend jaar weer terugkomen? We zullen zien …

vrijdag 13 mei 2011

Kleine moeite groot geluk

Het is tegen achten als ik de sleutel in het slot steek. De sleutel past nog en ach waarom ook niet. Binnen ruikt het muf en is het benauwd. Eerst een paar ramen open om de warmte z’n vrijheid te gunnen en de muffe geur te verjagen. Wat wil je met deze temperaturen. Het huis staat er verloren bij zo zonder z’n bewoners, maar het geeft niet morgen zijn we weer terug.

We gunnen ons geen koffie. Er is werk aan de winkel. We verdelen de taken. Ik ga naar zolder en schoonzuslief doet de koelkast. Op zolder valt eigenlijk maar weinig te doen. Wat wil je, het huis wordt bewoond door twee mensen. Daar wordt het niet echt vuil van. Maar toch haal ik een doek over alles wat een oppervlak heeft. Schoon is schoon en dan hoeft het voorlopig ook niet meer te worden gedaan. Als het stoffen erop zit moet ik met een afschuwelijk irritante stofzuiger proberen dezelfde verdieping te zuigen. Trekken gaat nog wel, maar duwen. Dan alleen maar trekken, ook goed. Als het maar gedaan wordt.


Samen beginnen schoonzuslief en ik aan de eerste verdieping. We blijven ons verbazen hoe weinig stof een huis vergaart als je er maar met z’n tweeën in woont. Het kan natuurlijk ook zijn dat ik thuis te weinig stof. Bij mij vliegen regelmatig de stofwolken hoog op, zeker met dit weer als door de openslaande ramen de witte vlokken binnen dwarrelen alsof het hun eigen huis is.

Na anderhalf uur wordt het tijd voor een sapje met een koek. Effe zitten … dachten we, totdat schoonzuslief haar heerlijke sapje over de vloerbedekking gooide. En daar gingen we weer met sopdoek en handdoek om de vlek zo gauw mogelijk te verwijderen. Dan maar weer aan het werk …

Uiteindelijk belanden we beneden en soppen we of het een lieve lust is. Als alles is gedweild en opgeruimd sluiten we met een voldaan gevoel af. Heerlijk om onze ouders, nu het allemaal niet zo makkelijk gaat, een opgeruimd huis en een heerlijke thuiskomst te bezorgen.

Kleine moeite een groot geluk.

dinsdag 10 mei 2011

Bloemenpracht

De afgelopen dagen heb ik veel foto's van mijn tuin geschoten. Er staan al zoveel verschillende bloemen in bloei dat ik niet weet welke plaatjes ik moet laten zien. Omdat ik het zonde vind om ze niet te laten zien, heb ik er dit keer erg veel op mijn blog gezet. De overheersende kleuren in mijn tuin zijn wit, roze en paars. De gele bloem komt uit een zaadje die de vogels hebben laten vallen.

Overigens heeft mijn tuin dringend behoefte aan water. De enkele druppels die gevallen zijn zetten geen zoden aan de dijk. Als ik mijn bloemen nog even wat langer in bloei wil houden, moet ik ze vanavond nog een sloot water geven. Werk aan de winkel dus!

Geniet hier van de mooiste bloemen in mijn tuintje.











zaterdag 7 mei 2011

Na weken van wachten ...

Half negen. Over een half uur is de afspraak. Eindelijk zullen ze horen waar ze aan toe zijn. Na weken van wachten, weten welke weg er moet worden ingeslagen. Zal het gesprek positief of negatief zijn? Hoe zullen ze op de boodschap reageren? Hoe zal ik hierop reageren?

Na negen uur kruipen de minuten voorbij. Ik weet het, voor tien uur hoef ik geen telefoontje te verwachten. Maar toch verwacht ik hem en wel zo snel mogelijk. Maar tien uur wordt half elf en half elf wordt elf uur. Om tien voor half twaalf bel ik broerlief, maar hij weet ook niets.

De telefoon … Wat kun je dan snel bij de telefoon zijn zeg. Maar het is schoonzus die wil weten of ik al iets gehoord heb. Nee dus. Snel neerleggen en opnieuw wachten.

Na enkele minuten gaat weer de telefoon. Het bekende nummer licht op in het scherm. Gespannen neem ik op, want dit is het moment van de waarheid. Het is erop of eronder, zo voelt het. ‘Met mij’ zeg ik snel. Een opgeluchte stem vertelt me dat er geen verdere uitzaaiingen meer gevonden zijn. Er wordt meteen gestart met chemo.

Wat kun je dankbaar en blij zijn met zo’n boodschap. Een grote opluchting maakt zich meester van mijn hart en ik kan weer vrij ademhalen. Uren later voel ik langzaam de spanning uit mijn lichaam wegtrekken. Geen tranen vandaag alleen maar blijdschap.

Heer, ik prijs Uw grote naam.
Heel mijn hart wil ik U geven.
Want U bent de weg gegaan
die mij redding bracht en leven.






maandag 2 mei 2011

U bent de …. wat zegt u?

Het is een uur of vier als de telefoon gaat. Ik droog mijn handen af en loop onderwijl naar de telefoon. Aan het nummer kan ik niet direct zien wie het is. Het is het netnummer uit het dorp. Inmiddels nieuwsgierig geworden neem ik op en zeg mijn naam.

Aan de andere kant van de lijn wordt snel gesproken. Haar naam ontgaat me, maar hoor wel dat ze een medewerkster is van de Albert Heijn. De Albert Heijn? Wat moet ik daar nou mee? Schiet het door mijn hoofd.

Ik was het even vergeten, maar vorige week deed ik mee aan de tulpenactie. Als ik twee bossen tulpen kocht kon ik iets winnen. Dan moest ik wel mijn kassabon inleveren met mijn naam en telefoonnummer erop. Zonder enige verwachting schreef ik braaf mijn naam en telefoonnummer op het bonnetje. Nou ja bonnetje … bon, want hij was best lang eigenlijk.

Nederlander als ik ben vroeg ik of ik twee keer mee mocht doen, omdat ik vier bossen had gekocht Dat verdubbelde mijn kans om iets te winnen. De klantenservicejuffrouw keek mij zuchtend aan. Zo van weer zo iemand … Een beetje ongelijk had ze niet, maar ik kon het natuurlijk proberen. Het antwoord wat dus nee, de vier bossen stonden op één bon en dus kon ik maar één keer mee doen.

Ik loop naar de uitgang en doe mijn bon in de bak bij de enorme hoeveelheid bonnen die er al zitten. Die van mij kan er nog net bij. Totaal vergeten die bon. Maar aan de telefoon laat de mevrouw van de AH mij weten dat ik toch echt iets gewonnen heb! Ik kan het natuurlijk niet na één keer zeggen geloven en vraag het nog een keer. Een gourmetstel nog wel!

Een paar dagen later haal ik hem op, samen met nog een paar gelukkigen. Nu alleen nog wachten op de krant! Want als het goed is staan we er in. Lachend van oor tot oor!