Als we dan toch wakker zijn kunnen we ons net zo goed hardop afvragen wat er in de schoen op school zou kunnen zitten. ‘Ik hoop dat er een beyblade in mijn schoen zit.’, hoor ik zoonlief zeggen. Oeps, dat is een prijzige aangelegenheid, die dingen zijn tien euro, geen school die daaraan begint. ‘Eh, ik denk dat dat wel een beetje duur is.’ bereid ik hem vast voor. Voor degenen onder ons die geen idee hebben wat een beyblade is, het is een tol. Tja je moet er van houden, maar de jongens vinden het helemaal het einde. Ik vind ze eerlijk gezegd een beetje vaag en hebben ze ‘nog niet’ in huis.
Terwijl ik zoonlief van de fysio naar huis rij spreekt hij de hoop uit dat hij wel heel graag een beyblade voor sinterklaas wil hebben. Ik antwoord dat die dingen weer zo’n tijdelijk rage zijn en vast en zeker gauw in een of andere kast stof liggen te vergaren. Nou mama, zegt hij: ‘Het is ook eigenlijk wel een beetje saai ding.’ ‘Hoezo?’ vraag ik. ‘Je kunt er alleen maar naar kijken.’ antwoordt hij droog. Ik kan een glimlach niet onderdrukken en geef hem helemaal gelijk!
PS. Ik vroeg me af of mijn zoon het uit een stukje jaloezie zei en vroeg hem of hij niet zo’n ding van zijn zakgeld wilde kopen. ‘Neehhh, zei hij, echt niet, zonde van mijn geld.’





































