dinsdag 31 augustus 2010

De aftakeling is begonnen

Laatst schreef ik nog dat ik echt geloof dat elke dag zijn eigen verhaal vertelt, maar gisteren zonk mij de moed aardig in de schoenen. Wat is er nou leuk aan te vertellen dat een hoop regendruppels, die in een gestaag tempo naar beneden komen, een flinke plas op mijn terras veroorzaken? Wat is er nou leuk aan te vertellen dat al die regen mij het idee geeft dat de herfst een maand vroeger is begonnen. Maar … zo begon de dag.

Aan het einde ervan werd mijn wachten beloond. Hier een anekdote die van mijn aftakeling getuigt.

We zitten met z’n drietjes aan de eettafel, want manlief komt laat thuis. School en alles wat daar omheen is gebeurd, de oorpijn van de jongste en de rest van de dagelijkse dingen zijn inmiddels de revue gepasseerd. Je zou denken de gespreksstof is op, maar met mijn kinderen ben ik nooit uitgepraat. En zo gaat mijn oudste vloeiend over naar een volgend onderwerp.

Hij heeft net zijn bord leeggegeten. Terwijl hij wacht tot we klaar zijn, knijpt hij met zijn hand in zijn biceps en zegt: ‘Hé mam, moet je kijken wat een spierballen.’ Ik bewonder zijn spierballen. Ook die van de jongste moeten even worden bewonderd. Ik laat die van mij natuurlijk ook even zien, wat mij een niet bepaald flatteuze opmerking van de oudste oplevert. ‘Mam … jou spierballen hangen naar beneden.’

Ik ben even stil en moet vervolgens heel hard lachen.

Nee, ik laat geen foto van mijn aftakeling zien, je moet het doen met je eigen verbeelding.

zondag 29 augustus 2010

Over talent gesproken …

Over talent gesproken … Ik heb net een boek van Karen Kingsbury uit. Geweldig goeie schrijfster. Ze weet de Boodschap zo goed over te brengen. Ik ben dan ook stikjaloers op zo’n talent. Ik sta ergens ver aan de zijlijn toe te kijken, maar gelukkig mag ik een toeschouwer zijn.


Toegegeven dat ik niet altijd moet kijken wat een ander kan en ik niet, maar soms is het goed iemands talent onder de aandacht te brengen. Waarom? Zodat anderen er ook van kunnen genieten, maar belangrijker nog anderen deelgenoot maken van haar Boodschap.

De oorspronkelijk titel is Between Sundays, in Nederland heet het boek Met hart en ziel. Het bijzondere is dat de schrijfster de relatie met de Hemelse Vader in het middelpunt zet en heel natuurlijk onder ieders aandacht brengt. Haar geloofsovertuiging spat van de bladzijden af en moet je door haar verhaal wel indrinken. Vervelend? Nee, helemaal niet. Het verhaal is bijzonder aangrijpend. Voor een iedereen, of je nu Zijn levenspad hebt doorkruist of (nog) niet.

Wat ik er eigenlijk mee zeggen wil is dat ik, naast mijn gezonde jaloezie op haar schrijftalent, ook jaloers ben hoe zij God in het middelpunt van haar boeken stelt. Of je nu wilt of niet, je wordt blij van het lezen van haar boeken en automatisch groeit het verlangen eenzelfde relatie aan te willen gaan met de Hemelse Vader, als zij in haar boeken beschrijft.

Door haar boek groeit mijn verlangen u/jij dichter bij God te brengen. Hoe ik dat moet doen? Dat is een gebedspunt, maar ik hoop dat ik op deze manier een goede stap in die richting heb gezet.

vrijdag 27 augustus 2010

Jas terecht

Erg leuk zo'n blog. Nu wordt mij natuurlijk gevraagd of mijn jas al terecht is. En ja hoor, hij hangt weer keurig aan de kapstok!

Zodra manlief een voet over de drempel had gezet, hij kreeg de kans niet te vertellen hoe zijn dag was geweest, spoedde ik mij naar de 'kleine auto'. Hij vroeg wat ik ging doen. ‘Kijken of mijn jas in de auto ligt’, zei ik. ‘Hij ligt er niet in hoor, ik heb hem niet gezien’, riep hij me na. Eigenwijs als ik ben en mijn ervaring met mannen en zoeken, doe ik de achterbak open en kijk erin. Tot mijn grote opluchting ligt op de bodem van de kofferbak mijn jas. Haa dus toch!

‘Hé lag hij er wel in’, vroeg mijn man toen ik triomfantelijk met mijn jas aan kwam lopen. ‘Ja schat, hij lag er echt in.’ Mannen en zoeken … zucht.

En de slipcursus? Dat was een groot succes. ‘Echt iets voor jou’, zei hij toen hij zijn verhaal had verteld. Hmmm … dan heb ik in ieder geval wel weer een leuk verhaal om op de weblog te zetten.

Maar gelukkig hoef ik niet te wachten op zulke momenten, want elke dag heeft zijn eigen verhaal.

donderdag 26 augustus 2010

Waar o waar heb ik mijn jas gelaten?

Toen ik vanochtend de deur uit wilde gaan om de kinderen naar school te brengen moest ik het plotseling opgekomen herfstweer trotseren, zo leek het tenminste. De regen komt werkelijk met bakken uit de hemel vallen, de lucht is grijs, planten hangen door de zware regenval zo’n beetje op de grond, geen vogel die fluit. Werkelijk aan niets is te zien dat het volop nazomer zou moeten zijn. Tijd voor een jas dus. Maar ja, waar is dat ding?


Echt, als ik ergens een hekel aan heb, dan is het wel dat ik kwijtgeraakte spullen moet zoeken. Sleutels is ook zoiets, maar daar heb ik inmiddels een vast plekje voor gevonden, dus die raak ik niet zo snel meer kwijt. Maar een jas hang ik toch vrijwel altijd aan de kapstok. Dus .. waar o waar?

Oké, hij ligt niet op school, want dat heb ik al gevraagd. Bij het zwembad ligt hij, voor zover de telefoniste wist, ook niet. De speelgoedwinkel heeft ook niets gezien, evenals de drogisterij. De voetbalvereniging is niet te bereiken, maar ik acht de kans klein dat ik hem daar heb laten liggen.

Mijn frustratie begint op te lopen, wat natuurlijk weinig zin heeft, want ik krijg er echt mijn jas niet mee terug. Goed, blijft over … de kofferbak van de ‘kleine auto’ oftewel mijn auto. Maar die heeft manlief mee naar een dagje slipcursus van de ANWB. Helaas weet ik dus niet eerder dan vanavond of mijn jas in de kofferbak ligt. Kleine kans, maar elke kans die ik heb moet ik grijpen.

Mijn ideeën zijn op, echt geen kans dat hij verder nog ergens ligt … volgens mij. Dan maar die lelijke, maar o zo handige regenjas aan.

Nu maar hopen dat het weer snel opknapt. Want, voor het geval dat die kans er dus nog wel is, heb ik nog even de tijd om na te denken waar mijn jas anders zou kunnen zijn … ahhhh.

dinsdag 24 augustus 2010

Hé effe dimme tante

Elke avond is het afwachten wat onze jongens nu weer mee naar huis nemen. Dan heb ik het dus over een nieuwe uitspraak, (niet al te nette) liedjes die ten gehore worden gebracht of een of andere vunzige opmerking die wordt getest. Ik zie ze dan kijken, gaat ie door de papa-en-mama-keuring of niet. Vaak niet …

Zo ook gisteravond. We hebben er weer een nieuwe uitspraak bij. Het eten is op, toetje naar binnen gewerkt, bijbel gelezen en zelfs al gedankt als de oudste iets te binnen schiet en tegen me zegt: ‘Mama moet je horen.’ ‘Nou kerel wat is er’ zeg ik nietsvermoedend.

‘Hé effe dimme tante’ zegt hij heel bravoure en kijkt er yoh-man-achtig bij. Ik geloof mijn oren niet en moet lachen. Ik ben amper bekomen van deze uitspraak of hij heeft er een variant op gemaakt: ‘Hé effe dimme dame.’

Ik wil natuurlijk ook meedoen met dat soort populaire taal en zeg heel street-achtig: ‘Weet je.’ Waarop mijn wederhelft me aankijkt en zegt: ‘Dat is zoooohhh 2000.’ Tja ik moet toch wat meer met mijn tijd mee gaan, blijkt wel.

zondag 22 augustus 2010

Bij twijfel, altijd bellen!

Het is 23.00 uur. De tijd om naar bed te gaan is al minimaal een half uur verstreken. De klok tikt en ik blijf even luisteren. Heerlijk dat zachte regelmatige geluid, na het kabaal van de tv. Ik sta langzaam op, neem wat glaswerk mee naar de keuken en check daarna of alle deuren op slot zitten.

Ik ga eerst bij onze jongste kijken. Nog voordat ik de deur heb open gedaan hoor ik hem al. Zwaar ademend ligt hij op z’n bed, zweet parelt op z’n voorhoofd. De arme schat is ziek. Ik doe de thermometer in zijn oor. Na de piep haal ik hem eruit en zie in het schermpje 40,3 staan. Flinke koorts en hij ademt als schuurpapier dat langs een schoolbord wordt gehaald. Hij heeft er moeite mee … en ik nog meer.

Plaatsvervangend zou je je keel willen schrapen of eens flink willen hoesten, maar daar heeft hij niets aan. Als ik even heb geluisterd merk ik dat ik het er benauwd van krijg.

Eenmaal weer beneden ben ik in twijfel of ik de huisartsenpost moet bellen. Stel dat ik voor niets bel? Maar zo kan ik de nacht toch ook niet doorkomen? Wat nou als hij het nog benauwder krijgt? En als de koorts nog verder oploopt? Oké, ik bel gewoon en hoor wel wat er gezegd wordt.

De vrouw is vriendelijk en stelt allerlei vragen. Of we toch maar even langs willen komen. Om 00.00 uur worden we bij de dokterspost verwacht. De dokter constateert een virusinfectie. Het zal met een aantal dagen minder moeten worden, anders toch even terugkomen. Vermoeid, maar met een zorg minder leggen we hem een uur later in zijn bed.


De vrouw is vriendelijk en stelt allerlei vragen. Of we toch maar even langs willen komen. Om 00.00 uur worden we bij de dokterspost verwacht. De dokter constateert een virusinfectie. Het zal met een aantal dagen minder moeten worden, anders toch even terugkomen. Vermoeid, maar met een zorg minder leggen we hem een uur later in zijn bed.

Altijd fijn als je een arts krijgt die tegen je zegt: ‘Bij twijfel altijd bellen!’

vrijdag 20 augustus 2010

Bloggen of niet?

Elke woord dat ik toevertrouw aan papier en daarna wereldkundig maak, is over nagedacht. Niet zomaar over nagedacht, nee ik lees, lees en lees nog een keer, totdat ik er zelf eigenlijk een beetje zat van wordt.

Een verhaal lees je vaak één keer, hooguit twee omdat het je iets doet misschien, in de veronderstelling dat je het dan wel weet. Dus als ik mijn verhaal wel vijf keer heb gelezen, zo niet meer, dan weet ik het inmiddels meer dan gemiddeld. En … ik blijf veranderen, want er valt altijd wel iets te wijzigen. Wanneer is mijn verhaal dan echt af?

Na het schrijven van mijn stuk zijn er nog meer vragen. Heb ik het wel goed geschreven? Is het wel leuk, boeiend, lachwekkend, herkenbaar, etc. Gaan mensen reageren? Doet mijn verhaal iets met mijn lezer?

Totdat ik vandaag mijn boek uit las. Ik las een boek van Terry Blackstock. Goeie schrijfster, echt aan te raden, maar dat ter zijde. Ik citeer uit haar nawoord.
‘Maar met die ideeën ben ik er niet. Het schrijven van een roman is een langdurig, nauwkeurig proces dat misschien wel nooit zou eindigen als er geen deadlines waren die me dwingen de tekst op tijd in te leveren.’

Het maakt dus niet uit of je een amateur bent of een bestsellerauteur er is altijd een stukje onzekerheid. En als ik mezelf niet dwing mijn stuk te bloggen, komt er dus nooit iets. En wat geeft uiteindelijk de meeste voldoening? Een tekst met een paar foutjes waar lezers enthousiast op reageren of een tekst dat wel is ingetikt, zorgvuldig op de computer is bewaard, maar alleen wordt gelezen door de schrijven zelf.

Ik weet het wel. Bloggen met dit stuk tekst … en zien wat er van komt.

donderdag 19 augustus 2010

Hartenwensen …

Zijn ouders net kinderen en kinderen net ouders?

Soms ben ik net een kind. Zeker als het gaat om een hartenwens. Als mijn kinderen iets heel graag willen, krijg ik het niet snel uit hun hoofd gepraat en blijven ze vragen dat uiteindelijk resulteert in drammen. Ze wringen zich in elke bocht om te krijgen waar ze naar verlangen.

Dat doe ik dus ook wel eens. Nee, ik dram niet meer, nou … oké, maar niet in die mate die kinderen tentoon kunnen spreiden. En ik wring mij ook niet meer in onmogelijke bochten om mijn hartenwens in vervulling te zien gaan. Maar evenals kinderen kan ik lang blijven hangen bij mijn hartenwens.

Ik vraag mij wel eens af wat er in mijn kind omgaat als hij datgene wat hij zó graag wil hebben, niet krijgt. Wat voelt hij daarbij? Moeilijk om in enkele woorden te vangen, daar hij het zelf nog niet goed onder woorden kan brengen. Maar dat ze hun teleurstelling, verdriet of boosheid niet onder woorden kunnen brengen, wil niet zeggen dat ze dat niet op een andere manier tot uiting kunnen brengen. Ook hierin zit soms weinig verschil tussen ouders en kinderen.

Hoe gaan kinderen dus om met het woordje ‘nee’. Blijven ze het proberen in de hoop dat hun ouders zwichten, geven ze het op en gaan ze bij de pakken neerzitten, trekken ze zich terug, worden ze stil of juist boos en agressief of accepteren ze de ‘nee’ en aanvaarden ze hun verlies?

Of je nu ouder bent of een kind, je verlies nemen blijft moeilijk. Het verschil zit hem, soms, maar ook niet altijd, in hoe wij als ouders met het verlies omgaan en hoe kinderen dat doen. En dan heb ik het over de uiting van dat verlies. Wij kunnen onze boosheid , verdriet of teleurstelling nog handen en voeten geven, maar een kind doet dat anders.

Soms ben ik dan het liefst nog een kind, die hard schopt, schreeuwt of met speelgoed gooit en het dan (ogenschijnlijk) van zich heeft afgezet. Maar soms, heel soms … helpt dat ook niet. Ga ik dan over op een andere tactiek om mijn doel te bereiken? Nee, soms is het aanvaarden van mijn verlies het beste en kijk ik naar wat ik wel heb in plaats van wat ik niet heb.

woensdag 18 augustus 2010

Vooral schoon en ook opgeruimd!

Het is eigenlijk een beetje tegenstrijdig, maar toch is het zo. Ik hou niet van schoonmaken en opruimen en toch wil ik graag dat mijn huis er opgeruimd en schoongemaakt uitziet. En dus doe ik trouw elke week hetzelfde ritueel in de hoop dat mijn huis het hoogst haalbare resultaat bereikt van opgeruimd en schoongemaakt zijn. Maar dat niveau ligt natuurlijk bij iedereen anders.

Wat ik schoongemaakt en opgeruimd vind, kan een ander een rommeltje vinden of andersom. Maar voor kinderen is dat allemaal niet zo belangrijk, want zij herinneren zich dat later toch niet. Zij weten dat soort details niet. Of hoop ik dat nu?

Ze herinneren zich hooguit die dingen die ik er bij hun in heb proberen te krijgen, zoals kleding in de was, jas op de kapstok, schoenen in de schoenendoos, tandenborstel in de houder. Dat is mijn hoop tenminste.

Maar in de vakantie gaat dat allemaal een beetje anders, want dan heb ik ook vakantie en neem ik het allemaal iets minder nauw. Althans dat probeer ik, want makkelijk vind ik het niet.

Maar zoonlief had zijn tandenborstel heel netjes opgeruimd. Wij hadden de tandenborstels keurig in een glas staan, maar hij zag aan het einde van de vakantie een houdertje waarin hij zijn tandenborstel dacht te kunnen doen. Hij ontdekte al gauw dat dat niet zo’n goed idee was. Maar opgeruimd had hij hem in ieder geval wel!
PS. We hebben maar een nieuwe gekocht.

Opgebouwd worden …

Je hebt koffie drinken en je hebt koffie drinken. Welke van de twee heb ik vanochtend eigenlijk gedaan?

Bij het ene koffie drinken heb je het over het weer, de vakantie, nieuwe kleren, kinderen, school en al dies meer zij, gewoon heel gezellig. Bij het andere koffie drinken heb je het over de diepere dingen des levens. Ja, ja, dat klinkt zwaar, maar dat is het helemaal niet. Dat is ook heel gezellig en waardevol.

Vanochtend heb ik bij een vriendin koffie gedronken. Ik moet je eerlijk bekennen, ik heb het haar niet eens verteld, ben ik op de koffie gegaan om te worden opgebouwd. Opgebouwd? Wat is dat?

Ik heb van die periodes dat ik mijn leven gewoon maar leef zoals het komt. Niets mis mee, maar voel ik mij daar happy bij? Nou niet helemaal. Ik mis dan iets, nee Iemand. Tuurlijk, ik bid en dank, lees de Bijbel, zing liedjes met de kids en ga op zondag naar de kerk. Maar ik heb dan het gevoel dat mijn hart niet helemaal meedoet. Ik doe mijn best dicht bij God te leven, zodat ik Hem ook dichtbij mag ervaren. Maar ik voel het net, maar dan ook net niet. Heel frustrerend.

Maar terwijl we koffie dronken sprak zij over wat ze had meegemaakt tijdens de New Wine week, afgelopen zomervakantie. Ik werd daardoor geraakt, werd blij en voelde God heel dichtbij. Ja, dat is opgebouwd worden. Praten over het belangrijkste in je leven, ervaringen delen hoe je dicht bij Hem kunt zijn en Hem dan van zo nabij mogen ervaren.

Wat een koffiemoment!

Opwekking 387
Groot en machtig is Hij.
Groot en machtig is Hij:
bekleed met sterkte,
gehuld in luister.

Groot en machtig is Hij.
Groot en machtig is Hij.
Groot en machtig is Hij:
bekleed met sterkte,
gehuld in luister.
Groot en machtig is Hij.

Prijs met mij de naam van God,
vier het feest met mij,
want Hij heeft ons vrijgekocht:
wat een Heer is Hij!

Groot en machtig is Hij ....

maandag 16 augustus 2010

De eerste schooldag!

Wat kun je van kleine dingen toch blij worden. Zo ook vandaag …

Zodra hij me ziet stormt hij blij op me af en zegt: ‘Ik wil nog een keer!’ Ik kan mijn oren niet geloven en vraag, om er zeker van te zijn dat ik het goed heb gehoord: ‘Wat wil je nog een keer?’ Hij zegt ‘Naar school mam, het was zo leuk!’

Oh? Oké is mijn onnozele gedachte. Gelukkig spreek ik hem niet uit, maar vier ik het feestje met hem mee! Hoe kan een schooldag beter worden afgesloten dan met de wens morgen weer te willen.
Goed, het is nog maar de eerste schooldag natuurlijk, maar een beter begin had ik mij voor mijn kinderen niet kunnen bedenken.

Toegegeven dat de jongste niet hetzelfde enthousiasme tentoon spreidde als mijn oudste, maar hij had dan ook heel andere dingen aan zijn hoofd. Voor hem was het erg belangrijk dat er zou worden gespeeld vanmiddag en wel met zijn beste vriendinnetje. Goed, dat hebben ze dan ook volop gedaan.

Nu ben ik van mijn zeepbel afgekomen en besef ten volle dat dit geen garantie is voor de rest van het jaar. Maar ach, moet elke schooldag even leuk zijn? Het liefst wel natuurlijk. Moeten ze altijd maar blij uit school komen? Uit ondervinding weet ik dat dat onmogelijk is, maar ook dat zou leuk zijn. Ze zullen ongetwijfeld een keer thuis komen met minder leuke ervaringen. Maar gelukkig voor mij, viel deze dag daar niet onder!!!

Een goed begin is dan ook ..... erg leuk!

vrijdag 13 augustus 2010

Geen held en toch gedaan …

Ik ben geen held. Echt, ik ben geen held. Ik doe misschien voorkomen alsof ik alles zomaar even doe, maar het tegendeel is waar. Ik vertel aan iedereen dat we naar een gletsjer zijn geweest, maar ik vertel niet wat hieraan vooraf is gegaan. Goed, dat zal ik dan nu doen.

Soms moet ik dingen doen die ik spannend vind. In dit geval in een grote cabinelift stappen. Zodra een cabinelift in zicht komt, waarvan ik weet dat ik er in moet, die me een kleine anderhalve kilometer mee naar boven neemt, begin ik flink te zweten. Alsof ik allergisch ben voor die dingen.

Zo ook vandaag. De kaarten zijn gekocht en we staan in de rij voor de grootste cabinelift. Maar ik zie het niet zitten. Het zweet klotst onder mijn oksels en er komt niets zinnigers in me op dan te vluchten. Wat ik overigens niet doe. Ik blijf als een stijve plank in die rij staan. Ik laat me niet kennen, maar bedenk ondertussen koortsachtig allerlei uitvluchten, die ik natuurlijk niet hardop uitspreek. Ik hoef overigens niets te zeggen, want mijn gezicht spreekt boekdelen. Manlief ziet mijn angst en stelt voor een iets kleinere kabinelift omhoog te nemen. ‘Want, zo zegt hij, we gaan omhoog!’

In de cabine staan is het probleem niet, maar het heen en weer zwiepen van dat gevaarte, zodra hij over zo’n grote mast heen gaat, is echt slecht voor mijn evenwichtsorgaan.

Je vraagt je af waar doe je dit allemaal voor en is het het allemaal wel waard dan? Het is maar een berg en oké je kan wat verder weg kijken dan wanneer je beneden blijft.

Maar … ja, ja het is het dubbel en dwars waard! Eenmaal de top bereikt wist ik weer waarvoor ik het had gedaan. Niet veel later zitten we met een bakje koffie te genieten van het overweldigend mooie uitzicht en bereiken hiermee opnieuw een ultiem vakantiemoment. Wat is de schepping toch mooi!

Beslis zelf …


woensdag 11 augustus 2010

Wat is vakantie?

Ik zit buiten op het balkon, mijn voeten gaan zachtjes op en neer tegen de balustrade, mijn hoofd rust tegen de muur achter mij. De eenvoudige stoel waarop ik zit wipt op het ritme van mijn voeten op twee poten op en weer. De zon verwarmt mijn gezicht. Mijn boek ligt ongeopend op mijn schoot.

Ik luister naar de geluiden om mij heen en kijk onderwijl naar een paar kraaien die hoog in de lucht vliegen en zich laten leiden door de thermiek van de wind. Ik hoor koeienbellen en als ik voor me kijk zie ik grote bruine koeien tegen de berghelling lopen.

Mijn blik gaat over de groene velden en de bossen die tot aan de boomgrens gaan, daarna veel gras en grijs gesteente. Nog verder omhoog zie ik dat er hier en daar nog sneeuw ligt. Langzaam trekken de wolken over de bergtoppen en onthullen de schoonheid van het hoogste punt.

De Kattenstaart langs de weg staat volop in bloei, evenals de Lupine, allerlei kleuren sieren de hellingen langs de weg. Een verdwaalde bij gaat uit verveling op mijn been zitten. Hij is loom, vast en zeker vanwege de hoogte. Ergens beneden in het dal klinkt een kerkklok. Terwijl de klok beiert, kijk ik naar de stoeltjeslift die werkloos zijn tijd uitzit, totdat hij weer in dienst treedt. Ik ben benieuwd wat er aan het einde van deze lift te zien is. Jammer dat hij stil staat, anders was ik er zeker in gegaan.

De jongens spelen in de immens grote tuin die bij het Chalet hoort. Ik hoor vreugdekreten, omdat ze eindelijk een krekel te pakken hebben. Manlief zet twee bakjes koffie naast mijn voeten op de balustrade. Hij pakt een stoel en gaat naast me zitten. Zonder het te weten completeert hij hiermee mijn ultieme vakantiegevoel.

Wat heb ik toch veel om van te genieten en om dankbaar voor te zijn!

zondag 8 augustus 2010

Onderweg …

We zitten nog geen vijf minuten in de auto onderweg naar onze vakantiebestemming of ik begin mijn vragenvuur al: ‘Zeg heb jij je paspoort meegenomen?’ Mijn wederhelft klopt op een zakje aan de zijkant van zijn broek. Even later vraag ik, terwijl ik mijn handtas doorzoek naar mijn eigen paspoort: ‘Waar zijn de kaarten eigenlijk?’ Hij wijst naar het zijvak van mijn deur. Ik heb mijn paspoort gevonden en check gelijk even, nu ik toch bezig ben, of ik mijn bankpas wel mee heb. Als ik alles gecheckt heb, leg ik mijn handtas aan de kant. De omgeving schiet aan mij voorbij als ik vraag: ‘Heb jij die tas met eten ook meegenomen, die op de keukenstoel stond?’ Manlief vindt het genoeg geweest en zegt: ‘We hebben echt alles meegenomen en wat we vergeten zijn kunnen we kopen. We gaan echt niet meer terug nu. Geniet er nu maar van dat we op vakantie zijn.’ Ik zucht, berust en doe mijn best te ontspannen.

Niet veel later, al mijn vragen zijn vergeten, bekijk ik de routekaart. Ja, we hebben ook een Tomtom, maar op de een of andere manier wil ik altijd meekijken met een routekaart. Wil ik weten welke kant we op gaan en niet domweg, wat we natuurlijk wel doen, de instructies van een zwoele stem volgen.



Het geeft me zekerheid of houvast, net hoe je het noemen wilt, als ik weet welke wegen we moeten hebben. Zeker op drukke kruispunten, in tunnels of steden. Ons vorige navigatiesysteem liet ons vaak op dit soort punten in de steek. Maar ik had mij dit keer geen zorgen hoeven maken, want onze nieuwe Tomtom heeft een buitengewoon goed bereik.

Waar het eigenlijk op neer komt is dat ik een stukje zekerheid zoek in de dingen die we al dan niet hebben meegenomen of in de route die we hebben af te leggen. Op deze manier hoop ik mijn onzekerheid over de komende vakantie het hoofd te kunnen bieden.

Nu ik niets meer te doen heb en eindelijk toegeef aan mijn gevoelens van onzekerheid, kan ik genieten van de omgeving die aan mij voorbij gaat, doe ik autobingo met de kinderen, schallen we mee met de muziek en bewonderen we mooie auto’s die ons inhalen.

Is dat genieten of niet?
En … een goed begin van onze vakantie!

U vraagt zich vast af of ik heb genoten van mijn vakantie … wacht op de volgende column en beslis!