Voordat ik het wist had ik al ik ja gezegd. Zomaar ineens. Het is goed voor lijf en leden, goed voor je conditie, etc. Je kent dat wel, al dat soort afschuwelijk gezonde uitspraken, waar geen fatsoenlijk tegenargument tegenop kan. Ik schreef me in en kon niet meer terug!
Hardlopen, wat is daar nou aan! Eerlijk ik weet het nog steeds niet en ik doe het nu al braaf vier weken. Toegegeven, mijn conditie is met sprongen vooruit gegaan. Maar gezond voor lijf en leden? Hmm, zodra ik thuis kom is mijn behoefte aan chocolademelk met slagroom en een heerlijk, liefst meer dan één, gevulde koek, stroopwafel of al wat dies meer zij, onbedwingbaar. Kortom, ik val er geen gram van af. Maar dat is natuurlijk mijn eigen schuld.

Goed, je hebt dus allerlei soorten hardlopers. Je hebt hindes of hinden (het mag allebei van WikiWoordenboek), ik druk het maar even in dieren uit, dat is makkelijker. Die vliegen mij voorbij, dat kan stampend zijn of bijna geluidloos, maar het gaat om de snelheid, niet om de manier waarop. Na de hindes komen de … eh nou ja minder snelle hindes, ze zijn beslist niet kreupel te noemen, want ze gaan mij nog snel voorbij. Zo heb je nog veel meer soorten hardlopers, maar als ik alle dieren moet noemen die mij scheiden van de hindes, ben ik voorlopig niet klaar.
Tja in welke categorie val ik dan eigenlijk? Wat loopt er nog meer in het bos, dat mijn snelheid zou kunnen aangeven. Nou het mag eigenlijk geen naam hebben. Sterker nog van de week zei een van de groepsleden die (heel even) achter ons liepen, dat ze dacht bijna om te vallen. Nou ja dat zegt het al.
Maar zonder gekheid, nadat ik mij naar het hardlopen heb toe gesleept, kom ik er elke keer weer bijzonder verkwikt van terug. En trots, dat ik het hem toch maar weer heb geflikt!
Op naar de 5 km, waar ik nu nog even niet aan moet denken …